Pvt. Arthur T. Andrew
Mil# 37681541
117th
Infantry Regiment, 30th Infantry Division.
|
|
Born: 6 Feb
1916
Place:
Burlington, Des
Moines County, IA
Died: 13 Sep 1944
Place: Eijsden,
The Netherlands
Temp. Buriel at: Fosse
Cemetery, Belgium Location:
Block: B. Row: 5. Grave: 86
Date of final Burial:
?
at:
American Military Cemetery Henri Chapelle, Belgium
Location: Plot: G. Row: 2. Grave: 23.
Wife:
Winona A. Walker Married: 18 Jun 1939
Children:
Donna Rea
Awards
Silver Star -
Purple Heart
|
Arthur
Thomas Andrew, son of Thomas and Helen Jenkins Andrew, was born
in Burlington on 6 February 1916. After graduating from
Burlington High School with the Class of 1935, Arthur worked at
the Iowa Ordnance Plant in Middletown. Arthur married Winona
Alice Walker (Class of 1937), daughter of Chester L. and Lora C.
Loper Walker, at West Hill Methodist Church on 18 June 1939.
After a short honeymoon, they made their home at 509 ½ South
Leebrick in Burlington. From this marriage they had one child,
Donna Rae born on 29 May 1943. He entered the United States Army
on 1 December 1943, and received 17 weeks of training at Camp
Wheeler, Georgia. Arthur returned home to visit Winona and Donna
in April 1944 before reporting to Fort Meade, Maryland and his
eventually arrival in the European Theater of Operations on 1
May 1944. He was assigned to the 117th Infantry Regiment, 30th
Infantry Division. On 13 September 1944, Arthur’s task force
made a rapid movement into Dutch territory and encountered heavy
resistance. As the Germans retreated, Arthur and a few other
soldiers climbed onto accompanying tanks and chased the
retreating Germans. Their actions resulted in many Germans
killed and 90 prisoners. For his actions that day, Arthur made
the supreme sacrifice and was awarded the Silver Star
(Posthumously). On 7 March 1945, Winona, along with her
daughter, was presented with Andrew’s Silver Star by a
representative of 7th Service Command. Arthur was survived by
his parents; his wife and daughter; and three brothers, Richard
of West Burlington, Iowa, Raymond of Burlington, and Jack,
serving in the United States Army Air Force in France.
On 12
November 1944, a memorial service was held for Arthur at the
West Hill Methodist Church in Burlington. The service was
conducted by Rev. O. L. Welshons, pastor of the Church of the
Open Bible, and Rev. E. S. Blomquist, pastor of West Hill
Methodist Church. Andrew was a member of West Hill Methodist
Church and active in the Church of the Open Bible.
Sixteen
months after Andrew’s death, a young man and his father came to
visit Winona. The young man identified himself as Andrew’s war
buddy. He and Andrew made an agreement that if either of them
were killed, that the other would go and visit the others
family. He came with his father, to make good on that promise.
During that meeting, he related the circumstances surrounding
Andrew’s death. They were on a tank giving chase, when the
friend was standing up. Andrew realized that his buddy was in
the line of fire, jumped up, and pulled his buddy to safety. In
the process of doing that, Andrew took the bullet. The father
expressed his gratefulness for this act of heroism since that
was his only son.
|
Arthur's gravemarker on
Henri-Chapelle American Military Cemetery, Belgium. |
|
Herdenkingskruis aan de
Rijksweg bij Mariadorp.
Elk jaar in september word aan de Rijksweg
nabij de Mariagrot door het plaatsen van een houten kruisje herdacht, dat een
van onze Amerikaanse bevrijders, soldaat Arthur T. Andrew, Op 13 september 1944
sneuvelde. Het kruisje staat er niet altijd maar wordt elk jaar door Lambert
Husson, een bewoner van de wijk Mariadorp, voor enkele weken te voorschijn
gehaald en versierd met een Amerikaans vlaggetje en aan de kant van de weg
geplaatst. Ontegenzeglijk is dit bijzonder, want voor zover bekend is dit de
enige plaats in Eijsden waar op die dag de bevrijding herdacht wordt.
Lange tijd werd aangenomen dat op deze plek
een van onze bevrijders sneuvelde, Op die dertiende september namelijk 's
morgens vroeg ontdekten bewoners van Mariadorp aan de kant van de weg een grote
plas bloed. Er moest hier dus wel iets ergs gebeurd zijn. Omstanders zagen dat
een getroffen Amerikaanse soldaat door zijn makkers het nabij gelegen café, het
huidige café Wijnands-van Reij werd binnengedragen, waaruit men concludeerde dat
er dan ook wel iemand gesneuveld zou zijn. Men wist dat er die morgen nog Duitse
sluipschutters actief waren. Ooggetuigen vertelden dat één van hen, een Duitse
Feldwebel, het steeds maar terugtrekken beu, zich van een goed schootsveld
voorzien had door boven aan de Boomkensstraat in een boom te klimmen om van daar
de oprukkende Amerikaanse strijdkrachten te bestoken. Ongetwijfeld zal een van
de Amerikaanse infanteristen slachtoffer zijn geworden van deze sluipschutter.
Dat er ook werkelijk een dode viel valt te betwijfelen Amerikaanse
legerrapporten maken namelijk geen melding van dodelijke slachtoffers onder hun
mensen aan de Rijksweg in Eijsden. Recent onderzoek door Jef Wetsels en Jo
Purnot van sinds kort beschikbare Amerikaanse legerdocumenten wijst uit dat
soldaat Arthur T. Andrew weliswaar op 13 september 1944 liet leven liet, echter
niet bij Mariadorp maar bij acties in de buurt van Heer. De Feldwebel overleefde
zijn wanhoopspoging niet. Kort na zijn actie -het was nog donker- wisten de
Amerikanen hem te lokaliseren en hem onschadelijk te maken. Niet alleen hij maar
ook een zestal kompanen moesten ter plekken hun acties met hun leven bekopen.
Wijlen Jo Bartels nam kort na de bevrijding
liet initiatief om elk jaar op 13 september vermeende gevallene te herdenken
door op bewuste plek bloemen te leggen en er een Amerikaanse vlag bij te
plaatsen. Lambert Husson zette deze traditie voort. Hij vervaardigde een
eenvoudig houten kruis en versierde dit met bloemen en met een vlaggetje.
Ondanks dat er in Eijsden voor zover bekend, geen Amerikaanse bevrijder
sneuvelde, mogen we het herdenken van de dood van soldaat Andrew, die volgens
(over het algemeen) betrouwbare legerdocumenten weliswaar elders het leven liet
als een lovenswaardig initiatief beschouwen. Hij was toch één van onze
bevrijders. Natuurlijk is het niet ondenkbaar dat de bij Mariadorp getroffen
soldaat later elders aan zijn verwondingen is overleden. Legerrapporten maken
daar dan wel melding van, maar de juiste plaats waar hij gewond raakte wordt
daarbij niet meegedeeld.
Jarenlang werd aangenomen dat de Amerikaanse
soldaat Leonard J. Hoffman uit Pennsylvania de eerste Amerikaanse infanterist
was die op Nederlandse bodem sneuvelde, enige meters over de
Belgisch-Nederlandse grens bij grenspaal 35 op Eijsdens gebied. Recent onderzoek
toont aan dat dit niet juist is. Jef Wetsels had inzage in tot voor kort niet
toegankelijke documenten van het Amerikaanse leger. Na bestudering ervan bleek
dat soldaat Hoffman sneuvelde op Belgisch gebied in Moelingen nabij de kruising
Batticestraat en de weg naar ‘s Gravenvoeren en Moelingen. Leonard J. Hoffman
maakte deel uit van het 117e regiment van de 30ste Infanterie Divisie﴾
Old Hickory﴿
De Duitsers, die in de laatste oorlogsdagen
in Eijsden actief waren verging het minder goed. Een groot aantal van hen
sneuvelde, voornamelijk bij gevechten in Mesch, aan de Rijksweg en in
Oost-Maarland. 41 Duitse soldaten werden voorlopig begraven in een gezamenlijk
graf op het kerkhof aan de Groenstraat. Later werden hun lichamen overgebracht
naar het Duitse Militaire kerkhof in Ysselsteijn in Noord-Limburg.
Ber Pachen.
Met dank aan Jef Wetsels, Jo Purnot en
Lambert Husson.
Bron, J.G.M.J. Gouverne, US Army in Zuid
Limburg, (2006) pag. 35 en 109
|
Top
|
|