Nog niet eens een Duitse vlag
"Ik wil niets vergoelijken en niemand rehabiliteren."
Cineast Bart Hölscher uit Baarlo maakt een dubbelportret van Ysselsteyn en Margraten, getiteld Levende stenen.Foto: Mijntje Wisman
Als familie en vrienden van een overleden Amerikaanse militair een bezoek brengen aan Margraten, worden ze met de nodige egards bejegend en begeleid naar het graf. Er wordt een vlaggetje geplaatst en een foto gemaakt. Als de nabestaanden zijn teruggekeerd, ontfermen burgers zich over de ‘helden’ van de Tweede Wereldoorlog. Mensen die één van de 8.000 graven willen adopteren, komen op een wachtlijst. Hoe anders is de situatie in Ysselsteyn. Hier liggen 32.000 mensen. Er is geen ontvangstcomité, er hangt niet één vlag. Bij enkele graven ligt een krans of bosje bloemen. Het is soberheid troef, constateert Bart Hölscher uit Baarlo. Begrijpelijk, voegt hij toe. In Ysselsteyn liggen de Duitse soldaten begraven die in Nederland sneuvelden. „De vijanden.” De cineast is benieuwd hoe de ‘slachtoffers’ en ‘daders’ worden herdacht en of daar verandering in komt nu de eerste generatie nabestaanden uitsterft. In zijn film met de voorlopige titel Levende stenen gaat Hölscher op zoek naar verhalen. Van de mensen die begraven liggen. Zoals de Duitse jongens van veertien en vijftien jaar. „Zij werden in 1944 het slagveld op gejaagd, toen de oorlog al verloren was.” Hölscher: „Ik wil niets vergoelijken en niemand rehabiliteren. Dat kan ook niet. Van de mensen die in Ysselsteyn liggen, heeft 10 procent vreselijke dingen gedaan. Maar de andere 90 procent van de overledenen is in een oorlog terechtgekomen die zij ook niet wilden.” Nu zijn ze allemaal gelijk, aldus de filmmaker. „Ze hebben allemaal hetzelfde kruisje.” Hölscher wil zeventig jaar na dato onderzoeken of de grens tussen goed en slecht nog zo scherp te stellen valt. Maar ook of de verschillen in rouwverwerking groot zijn. „Is het moeilijker om daders te herdenken dan slachtoffers?” Benieuwd is hij ook naar Noord-Limburgers die een graf verzorgen in Ysselsteyn. Geen van de graven is geadopteerd, vertelt beheerder Karl-Heinz Voigt. „Dat kan niet. Je kunt wel lid worden van de Duitse gravendienst. Dan adopteer je álle graven. Er zijn in Nederland een stuk of zeventig, tachtig leden.” Wat wel gebeurt, is dat mensen uit de regio het verzoek krijgen van nabestaanden die te ver weg wonen om een bloemetje op een graf te leggen op de verjaardag of sterfdag van de gesneuvelde. Hölscher verhaalt over een familie uit Venray die vóór de val van de Muur een bezoek bracht aan Oost-Duitsland en in contact kwam met een vrouw die in de oorlog haar broer had verloren. Hij was gesneuveld in Nederland en lag in Ysselsteyn. De familie uit Venray legde een bloemetje op zijn graf en stuurde een foto naar de nabestaanden in de DDR. „Er moeten er meer zijn zoals die familie. Een verborgen gemeenschap die zich ontfermt over gesneuvelde Duitse soldaten. Ik wil graag in contact komen met hen.”
Mailen kan .... (Email adres van Bart Hölscher via Gastenboek aanvragen.)
27 april 2015 Limburgs Dagblad. Peter Heesen
|