Shomon Familie bezoekt Margraten

 

Nazaten van oprichter Amerikaanse begraafplaats voor het eerst op bezoek in Margraten

Kapitein Joseph James Shomon koos in 1944 een stuk grond in Margraten uit voor de inrichting van een Amerikaanse begraafplaats.

Gisteren waren zijn nazaten er voor het eerst op bezoek.

 

 

Foto van het gezin Shomon rond 1960:

Vlnr: Suzanne, Nancy, moeder Elisabeth en vader Joseph

 

Foto vlnr. Scot Forehand, Noel Lewis, Suzanne Forehand-Shomon en Nancy Lewis-Shomon.  

(Foto: ABMC)

Heel emotioneel. Ik zal proberen niet te huilen”, zegt Suzan Shomon als ze in Margraten de hand schudt van de superintendent - zeg maar de baas – van de Amerikaanse begraafplaats, Keith Stadler. Maar als ze even later de trappen op loopt en de zee aan witte kruisen ziet, komen de tranen toch. Niet alleen bij de 72-jarige Suzan, maar ook bij haar tien jaar jongere zus Nancy. Zelfs de twee kleinzonen - Noel en Scott - van Joseph James Shomon hebben het even moeilijk. „Dit is zo groot, zo indrukwekkend”, zegt de 32-jarige Noel. „Ik heb zelf in Irak gediend, waar 4000 Amerikaanse soldaten het leven hebben gelaten. Maar de jongens die hier liggen, vormen slechts een fractie van het totaal aantal gesneuvelden.” Zijn moeder Nancy vertelt dat met dit bezoek de puzzelstukjes in elkaar vallen. „Ik begrijp nu waarom onze vader ook na de oorlog regelmatig terugging naar Margraten. Dit beeld laat je niet meer los: al die kruisen; al die mensen uit de omgeving die een graf hebben geadopteerd; de verbondenheid die ze nog steeds voelen met de gesneuvelde jongens.” Ze zijn voor een kleine week in Zuid-Limburg. Op uitnodiging van de stichting Adoptie Graven Amerikaanse Begraafplaats Margraten wonen ze de festiviteiten bij ter gelegenheid van zeventig jaar bevrijding. Ze bezoeken voor het eerst in hun leven de plek waar hun vader aan het eind van de oorlog verantwoordelijk was voor het identificeren en begraven van gesneuvelde Amerikanen. Als commandant van de 611th Graves Registration Company kreeg Shomon de opdracht een geschikte begraafplaats te zoeken voor de omgekomen soldaten. Hij koos een stuk landbouwgrond in Margraten uit. Bezwaar van omwonenden dat dit wel heel goede landbouwgrond was, wuifde hij weg met de woorden: „Zelfs de beste grond is niet goed genoeg voor onze jongens.” 

Nu begrijpen nazaten waarom hun vader/opa ook na de oorlog bleef teruggaan naar Margraten. 

Vanaf november 1944 werden er ruim 18.000 Amerikanen begraven.  Vier jaar later waren ongeveer 10.000 van hen voor herbegrafenis teruggebracht naar de VS. Anno 2014 zijn er 8301 graven en prijken 1722 namen op de Walls of the Missing in Margraten. Cijfers waarvan Nancy en Suzan Shomon koude rillingen krijgen. Ze snappen nu ook de verhalen van hun pa, die als een gebroken man terugkwam van de oorlog en zijn trauma’s van zich af probeerde te schrijven met het boek Crosses in the Wind. Hij is er nooit helemaal overheen gekomen, vertelt Nancy. Hij bleef tot aan zijn dood in 2003 fysieke en psychische klachten houden. De eerste dagen van hun verblijf in Zuid-Limburg hebben „een onuitwisbare indruk gemaakt”. En dat komt niet alleen door herinneringen aan vader en het contact met adoptanten van graven. „Het voelt als een warm bad, zo veel gastvrijheid. Het is alsof we er een hele familie bij hebben gekregen.”

 

 

 

Door Rob Cobben

Limburgs Dagblad, 12 September 2014

 

Top