"Je rook lijklucht tot in Welsden"

In het boek ‘Van boerenakker tot soldatenkerkhof’ vertellen ooggetuigen over de aanleg van de Amerikaanse begraafplaats in Margraten.

„Het lucht op dat je dat eindelijk kunt vertellen.”

 

 

Hub Bessems op de Amerikaanse begraafplaats. Het beeld van de verminkte lichamen van soldaten is hem bijgebleven.

‘Waarom ging je kijken naar die lijken? Tja, wat moest je als jongen van dertien, veertien anders? Na de oorlog

hadden we niks. En je moest de tijd toch om krijgen.’

Hij was de eerste die zag dat de Amerikanen in Margraten een militaire begraafplaats aanlegden. Hub Bessems was dertien en liep naar het weiland van zijn vader om de koe te melken. „Met grote bulldozers waren ze de grond aan het omploegen”, herinnert hij zich. „Ik rende meteen naar huis om mijn vader te waarschuwen: ‘Kom vlug’, zei ik, ‘ze gooien alles open.’” De weken daarop was Bessems vrijwel elke dag te vinden op het kerkhof in aanleg. „De lijken werden met trailers aangevoerd”, vertelt hij. „Ze lagen op brancards naast elkaar, tot hun graf klaar was en ze in de grond gestopt konden worden. Dode soldaten in uniform zeiden me niks. Maar er lagen ook jongens bij die op de operatietafel waren gestorven, met de buik helemaal opengereten. Dat was echt verschrikkelijk, dat beeld zou ik nooit meer kwijtraken. En het stonk als de ziekte. Als de wind uit het zuiden kwam, rook je de lijklucht tot in Welsden.” Waarom was hij dan telkens weer teruggegaan, vroeg hij zich later vaak af. „Waarschijnlijk omdat je niks beters te doen had”, vermoedt hij nu. „Zo vlak na de oorlog hadden we helemaal niks, geen bal om te voetballen, geen potlood en papier om te tekenen. En je moest toch iets doen om de tijd om te krijgen. Dus ging je maar weer kijken op de begraafplaats, daar gebeurde tenminste iets.” Bessems is een van de ruim veertig ooggetuigen die hun verhaal vertellen in het boek ‘Van boerenakker tot soldatenkerkhof’. Persoonlijke herinneringen van mensen die na de bevrijding van Zuid-Limburg in september 1944 op de een of andere manier betrokken waren bij de aanleg van de militaire begraafplaats in Margraten. Boeren die land afstonden voor dat kerkhof, werklozen die meehielpen bij het graafwerk, maar ook Amerikanen die de lijken van gesneuvelde strijdmakkers moesten identificeren. „De geschiedenis van de begraafplaats wordt uitgebreid beschreven in het boek ‘Crosses in the wind’ van Joseph James Shomon uit 1947”, zegt Jo Purnot, die het boek samen met Mieke Kirkels en Frans Roebroeks schreef. „Maar dat is het militaire verhaal. Wij proberen in beeld te brengen hoe ‘gewone’ mensen die periode hebben ervaren.” Het verhaal van die ‘gewone’ mensen maakt duidelijk dat de oorlog niet eindigde met de bevrijding van Zuid-Limburg. „De gevechten en de bombardementen waren voorbij”, legt Purnot uit. „Maar de ellende was nog lang niet ten einde. Duizenden doden werden naar Margraten gebracht en hier begraven, eerst provisorisch in een lijkzak, en later nog een keertje netjes in een mooie kist, voor zover de familie ze tenminste niet terughaalde naar Amerika. Dat maakte diepe indruk op de mensen die dat van nabij meemaakten.” De beelden van toen zijn altijd door zijn hoofd blijven spoken, bevestigt Bessems. „Het is als met mensen die als kind zijn misbruikt”, vertelt hij. „Hoe ouder je wordt, hoe pijnlijker de herinnering aan die vreselijke gebeurtenissen worden.” Hij wilde zijn verhaal graag vertellen, zegt hij, maar niemand wilde het horen. „En dus blijf je er maar mee rondlopen.” Bessems is dan ook blij dat hij zijn verhaal heeft kunnen doen: „Ik voel me echt opgelucht.” En het werkt door: „Doordat mijn verhaal nu op papier staat, raken anderen opeens óók geïnteresseerd in dat stukje gezamenlijke geschiedenis. Vroeger kon ik nooit over die tijd vertellen, maar nu moet ik mijn relaas plotseling doen: mensen vragen ernaar.”

De eerste druk van ‘Van boerenakker tot soldatenkerkhof’ is uitverkocht. Inmiddels is een tweede druk verschenen. Het

boek kost 19,95 euro en is te bestellen via tel. 043-4071385 of de website: www.akkersvanmargraten.nl.

De interviews zijn door Albert Elings en Eugenie Janssen gefilmd. Van die opnamen is een documentaire gemaakt die later

deze maand is te zien in de bibliotheek van Margraten. In mei 2010 zendt IKON de film uit op televisie.

 

door René Willems

Limburgs Dagblad, 4 december 2009

 

Top